Gastblog: Coca-Cola en de mondiale breinbreker
11.732 plastic flesjes en blikjes van Coca-Cola en aan de Noord-Amerikaanse frisdrankproducent verwante merken werden er recent gevonden bij een grote opruimactie van actiegroep Break Free From Plastic. Die schoonmaakactie vond plaats op meer dan 400 stranden, in meer dan 50 landen, verspreid over alle continenten. Geen half werk, maar de plastic soep is dan ook een mondiale breinbreker.
“…Coca-Cola schuwt de confrontatie niet: wie niet wil inleveren kan de flesjes beter in de koeling laten staan.”
Coca-Cola is een grote speler. Bijna 600 miljoen liter frisdrank wordt er alleen al in de fabriek in Dongen jaarlijks geproduceerd voor de Nederlandse markt. Wereldwijd heeft Coca-Cola 700.000 werknemers, waarmee het een omzet genereert van bijna 32 miljard dollar.
Het maakt Coca-Cola een gigantisch bedrijf, een multinational van de topcategorie. Maar hoge bomen vangen ook veel wind, zeker in deze tijden van social media en makkelijk te manipuleren publieke verontwaardiging.
Als je bedrijf zo groot is als Coca-Cola ben je een makkelijk doelwit. Immers: hoe zorg je dat je klanten meewerken aan jouw straffe duurzaamheidseisen? Bij een bedrijf als McDonald’s kun je de klanten aan de balie vragen de inhoud van het dienblad in een vuilnisbak te deponeren voor je het pand verlaat. Maar hoe doe je dat wanneer je je product juist mee kunt nemen om tijdens een wandeling, op het werk of tijdens een break als dorstlesser mee te nemen, ver uit het zicht van de verkopers? En wanneer het werkelijk overal te koop is, wat controle een bijna onmogelijke taak maakt?
Tijdens een bezoek, namens mijn werkgever, aan de Coca-Cola fabriek in Dongen – de enige in Nederland – werd ik bijgepraat over de inspanningen die Coca-Cola doet om op het gebied van duurzaamheid grote slagen te slaan. Immers, een stijging van één procent meer ingezamelde flesjes betekent op de schaal van een bedrijf als dit meteen duizenden verpakkingen die minder in de natuur verdwijnen. De ambities van het bedrijf zijn zo mogelijk nog scherper dan wat de buitenwereld vraagt. Nu al komt volgens Coca-Cola 95% van de grote flessen terug via het statiegeldprincipe, en 70% van de kleine flesjes.
Dat moet fors omhoog. Sterker, Coca-Cola is de eerste om álles terug te willen. Honderd procent recycling. Daar kun je als buitenstaander niet overheen. En Coca-Cola schuwt de confrontatie niet: wie niet wil inleveren kan de flesjes beter in de koeling laten staan. Een harde boodschap waarmee het bedrijf zich kwetsbaar opstelt, maar tevens een duidelijk signaal afgeeft: take it or leave it.
Als multinational met duurzaamheidsambities zit je in een sociaal-economische spagaat. Je wil meedoen met het streven naar een schonere wereld, zodat de omgeving die wij achterlaten voor onze kinderen en generaties daarna ook leefbaar blijft. En, daar komt bij dat je tegenwoordig ook wel moet, wil je pr-technisch je mannetje staan en laten zien dat het echt menens is met de duurzaamheid en de grote woorden die worden gebruikt.
Echter, tegenover dat streven staat ook werkgelegenheid. Want wat als er minder verpakkingen geproduceerd hoeven te worden omdat óf flesjes en flessen bijna voor 100% terugkomen óf – nog verregaander – mensen in de toekomst hun eigen verpakkingen meenemen om te kunnen vullen, en er zo steeds minder plastic soep wordt toegevoegd aan de toch al enorm berg?
“Als iedereen die een frisse slok neemt van een Coca-Cola of een van de merken die zij maken als de bodem in zicht is de fles nu eens gewoon in de prullenbak gooit, in de rugzak stopt maar in elk geval niet in de natuur achterlaat, is het eerste begin gemaakt.”
Dat kost wereldwijd duizenden ontslagen. Ook in Dongen, in de fabriek op dit moment in de frisdrankproductie zo’n 350 mensen werkzaam zijn. Hoe verhoudt die maatschappelijke verplichting zich tot de duurzaamheidsambities? Het zijn enorme verantwoordelijkheden, want werknemers hebben ook grote sociale waarde. Voor het imago, maar ook voor de leefbaarheid van een dorp. Werknemers moeten ook boodschappen doen, worden lid van een sportvereniging of geven aan collectes. Valt dat weg, dan kan dat invloed hebben op de sociale cohesie in een wijk of dorp.
Maar duurzaamheid is niet alleen maar rocket science. Om het enorme aantal van de 11.732 op stranden aangetroffen flesjes drastisch te verminderen moet ik terugdenken aan de slogan ‘verbeter de wereld, begin bij jezelf’. Als iedereen die een frisse slok neemt van een Coca-Cola of een van de merken die zij maken als de bodem in zicht is de fles nu eens gewoon in de prullenbak gooit, in de rugzak stopt maar in elk geval niet in de natuur achterlaat, is het eerste begin gemaakt.
–
Ralph van Wolffelaar is multimediaredacteur en journalist. Werkt sinds 2003 bij BN DeStem. Doorsnee-consument met een gemiddelde interesse in de aanpak van het duurzaamheidsvraagstuk.